Student aan/in huis

Hoe haal je jong talent binnen en hoe hou je ze vervolgens ook vast? Logistiek dienstverlener Bolk Transport in Almelo doet dat met Bolk Business Improvement (BBI). Voormalig studenten bedienen daarmee interne en externe klanten met advies en tools.

Het initiatief begon met twee studenten, Hein Langeveld en Niek Tijink, die vanuit de Universiteit Twente en de HAN (Hogeschool Arnhem Nijmegen) bij Bolk terecht kwamen en tijdens hun afstuderen werden uitgedaagd om kritisch naar de logistieke processen van Bolk te kijken. Inmiddels is het team uitgegroeid tot een club van acht jonge enthousiastelingen, waaronder één afstudeerder. “Het loopt goed, al is groei op zich nooit een doel, maar een logisch gevolg van iets goed doen”, zijn de wijze woorden van Frans Savenije, directeur Bolk Transport. “BBI helpt Bolk, klanten en externe partijen met het verbeteren van processen. Soms heeft dat een praktische insteek, vaak gaat het over automatisering of digitalisering.”

Hein Langeveld en Frans Savenije

Hein Langeveld en Frans Savenije

  

  

 

 

 

Met tooltjes de fabriek in van een klant

De werkzaamheden van Langeveld en Tijink leidden in het begin tot interne efficiëntieslagen. Langeveld: “Daarna zijn we gaan uitzoeken hoe we op andere manieren toegevoegde waarde voor een opdrachtgever kunnen leveren. Dat werd concreet in het slimmer maken van de warehousing-activiteiten voor Salt Specialties in Hengelo, voormalig onderdeel van AkzoNobel. Daarbij spelen PowerBI-rapportages een grote rol. De overzichten geven Salt Specialties sneller en beter de gevraagde informatie, waarmee het bedrijf de supply chain kan aansturen en verbeteren. Deze klus leidde tot een vervolgvraag vanuit Salt Specialties of we hen intern ook verder konden helpen. Voor we het wisten stonden we met tools in de fabriek inzichtelijk te maken waar sprake was van ongeplande downtime en hoe goed het machinepark nu werkelijk opereerde.”
Inmiddels voert BBI nog maar een kwart van alle werkzaamheden uit voor Bolk zelf. Toch blijft de locatie van waaruit het opereert – het warehouse van de logistiek dienstverlener – voorlopig de thuisbasis. Langeveld: “Daar ligt, denk ik, ook een deel van het succes. Bedrijven kunnen namelijk direct in de praktijk zien waar wij waarde toevoegen.”

  

  

 

 

 

Logistiek krijgt aandacht als het mis loopt

De klus bleek de opmaat voor het oprichten van BBI. Bolk enerzijds en Langeveld en Tijink anderzijds zijn beiden voor de helft eigenaar. Savenije: “Dat je als logistieke onderneming jong, hoogopgeleid talent aan je kunt binden is één ding, ze binnenboord houden is iets anders. Met BBI slagen we daarin.”
De verbeterslagen die BBI bij Bolk zelf wist te realiseren, kwamen ook ter sprake in klantcontacten met bijvoorbeeld Grolsch. Langeveld: “ Naast rapportages en dashboards die onderdeel zijn van de logistieke dienstverlening, is BBI nu bezig met projecten die veel verder gaan dan dat. Het bleef niet bij Grolsch, want ook Gam Bakker, Mitsubishi Chemical Group, Cargill, Kooiker Logistiek en nog een aantal bedrijven klopten aan met uiteenlopende vraagstukken. In veel bedrijven is logistiek geen kernactiviteit. Logistiek krijgt aandacht wanneer het de productie of verkoop zichtbaar belemmert. Voor dit soort bedrijven kunnen wij echt van toegevoegde waarde zijn. Samen met het team kijken we kritisch naar de processen, verzamelen input vanuit de werkvloer en naar de belangen van de afdeling IT, het management en de klanten.”

  

Liever aanpassen dan iets nieuws bedenken

BBI wil in haar werkwijze altijd terug naar de basis. Langeveld: “Dus wat, waarom en hoe bepaalde dingen gebeuren. Het is namelijk veel handiger en goedkoper om een deel van een proces aan te passen, dan om dure nieuwe oplossingen te bedenken. Vaak kunnen we al een groot deel van het probleem oplossen door simpelweg de werkwijze aan te passen. Bij veel bedrijven komen we ook geen nieuwe dingen vertellen maar faciliteren we puur het gesprek. Dat werkt het beste voor verandering. Als mensen zelf zien dat er iets moet veranderen, zelf met ideeën komen en wij hen daarbij kunnen helpen, gaat niet alleen het werkplezier omhoog maar zorgt dit ook voor meer productiviteit.”