‘Verschillende scope van projecttypen’
Waarbij sommige punten de BRL2020 een stuk strenger is geworden, geeft het ook meer vrijheid in omgang en de manier van certificeren. Dit komt omdat de BRL2020 een onderscheid maakt tussen drie verschillende projecttypen, te noemen als casco, casco + installaties en volledig gebouw. Een volledig gebouw bevat vrijwel alle onderdelen van de NL/Sfb* en zijn alle criteria-eisen in de BRL2020 van toepassing. Een project kan echter ook als casco + de centrale installaties worden gecertificeerd met de BRL2020. Hiervoor moet rekening worden gehouden met de onderstaande onderdelen:
- Luchtbehandeling
- Warmteopwekking
- Warmtedistributie
- Koudeopwekking
- Koude distributie
- Waterinstallaties (sanitair aan en afvoerinstallaties)
- Gebouwbeheersysteem
- Gemeenschappelijk verwarmingssysteem
- Transportinstallatie
Wanneer men een project alleen het casco van een distributiecentrum laat certificeren dan zal de richtlijn daar expliciet op ingaan in de criteria-eisen. Onder aanvullingen van de eisen zal per credit worden omschreven wat van toepassing is voor het projecttype casco. De haalbaarheid van het beoogde ambitieniveau wordt bepaald door het type project omdat de weging per credit verschillend is.
‘Excellent blijft de norm’
Ondanks dat het een traject is waarbij het voor ontwikkelaars en bouwbedrijven in een vroeger stadium stil moet staan bij het besluit of een BREEAM-certificering rendabel kan zijn, is het voor veel opdrachtgevers een norm gebleven om een Excellent te behalen. Juist het stukje bewustwording is voor veel opdrachtgevers de trigger om de lat hoog te leggen en een Excellent als minimum te eisen.