Verdozingscrisis: dit is er aan de hand

Een meerderheid in de Tweede Kamer steunt de oproep van het CDA om de bouw van distributiecentra aan banden te leggen. Bij de coalitiepartijen – met uitzondering van de VVD - raakt het geduld met de ‘verdozing van het landschap op en CDA, D66 en ChristenUnie willen met steun van de linkse oppositie dat Minister de Jonge een streep zet door de bestaande bouwplannen voor DC’s. De logistiek vastgoedsector bundelt nu zijn krachten om met een passend te geven. Hoe heeft het zover kunnen komen in de verdozingsdiscussie en hoe nu verder? Zes vragen en antwoorden.

Wie zijn de grootste tegenstanders van de verdozing?

Landschapsarchitect Adriaan Geuze introduceerde in 2018 de term verdozing. Hij vindt dat het Nederlandse landschap als gevolg van de ongebreidelde bouw van distributiecentra ‘extreem' is veranderd. “Kom na een paar jaar terug op een plek en je kent het niet meer terug”, stelde Geuze eerder dit jaar in Trouw. “Je kunt je niet eens meer oriënteren.” De kritiek van onder andere Geuze leidde ertoe dat het College van Rijksadviseurs in 2019 in een rapport het Kabinet adviseerde om maatregelen te nemen tegen de toename van zogeheten (X)XL-vastgoed. Het college pleitte onder andere voor clustering van XXL-distributiecentra en herontwikkeling van bestaande bedrijventerreinen. In de coronajaren leek de verdozingdiscussie enigszins geluwd maar vorig jaar oktober stak Rijksadviseur Wouter Veldhuis de lont weer in het kruitvat. In het Financieele Dagblad stelde Veldhuis dat er een einde moet komen aan de ongebreidelde groei van grote logistieke hallen. De Rijksadviseur wil daarom dat de rijksoverheid nieuwe gronduitgiftes voor deze 'blokkendozen' zou gaan bevriezen. 'Willen we wel de parkeerplaats van goederen van Europa zijn?', vroeg Veldhuis zich hardop af. Koren op de molen van de vele bestrijders van de verdozing is het onderzoek van  Investico (platform voor onderzoeksjournalistiek) en Pointer (KRO-NCRV), waaruit blijkt – op basis van een analyse van cijfers van Cobouw, dat  er tot eind 2023 nog zeker 64 grote distributiecentra bij in Nederland worden gebouwd. Dit ondanks voornemens van provincies en beloftes in het regeerakkoord om ‘verdozing van het landschap’ terug te dringen.

Tegen verdozing

In welke provincies begint het te knellen wat betreft de verdozing?

In met name Noord-Brabant is van oudsher de grootste concentratie van distributiecentra. Het Brabants Dagblad schreef onlangs dat nergens in Nederland zoveel distributiecentra staan als in Brabant. De provincie telt, zo schrijft de krant, 13,4 miljoen vierkante meter aan logistieke ‘dozen’. Dat staat gelijk aan twintig keer de Efteling. Brabant steekt er met kop en schouders bovenuit in Nederland; Zuid-Holland (met 8,4 miljoen vierkante meter aan distributiecentra) en Limburg (5,8 miljoen vierkante meter) volgen op grote afstand. Het Planbureau voor de Leefomgeving keek naar de voorraad die er in 2010 al was en naar de toename in de afgelopen twaalf jaar. Het aantal vierkante meters aan distributiecentra is in Brabant, dat destijds al aan kop ging, in die periode nog eens bijna verdubbeld. Ook zijn de DC’s groter geworden. Het leeuwendeel van de Brabantse distributiecentra zit in de huidige logistieke hotspots nummer 1 van Nederland Tilburg-Waalwijk. De provincie Brabant onder aanvoering van gedeputeerde Erik Ronnes (CDA) heeft begin dit jaar maatregelen aangekondigd. Zo wil de provincie het bouwen van grote distributiecentra (boven de drie hectare, red.) op risico door een ontwikkelaar aan banden leggen. Ronnes wil daarmee de ‘verdozing’ van het landschap tegengaan en alleen nog maar kiezen voor distributiecentra die goed zijn voor de Brabantse economie.

Distributiecentrum Bol.com

Waarom dringt een Kamermeerderheid aan op een bouwstop?

Heel simpel de coalitiepartijen – met uitzondering van de VVD -wijzen naar het coalitieakkoord. Daarin is afgesproken door vier regeringspartijen dat er een einde moet komen aan de verdozing met andere woorden het volbouwen van landelijke gebieden met grote distributiecentra. Aan deze afspraak is volgens de coalitiepartijen onder aanvoering van het CDA en de linkse oppositie door zowel het kabinet als de provincies nog altijd geen gehoor gegeven. Een Kamermeerderheid pleit voor kabinetsbeleid dat in lijn is met het beleid voor datacentra'. Minister Hugo de Jonge (Ruimtelijke Ordening) besloot eerder dit jaar tot een landelijk verbod voor de nieuwbouw van grote datacentra, buiten twee door het Rijk aangewezen locaties. De beschikbare schaarse ruimte kan volgens CDA-Kamerlid Jaco Geurts beter gebruikt worden voor bijvoorbeeld landbouwgrond, andere bedrijven of woningbouw. De grootste regeringspartij VVD is overigens tegen een verbod op de bouw van distributiecentra op nieuwe locaties.  Kamerlid Fahid Minas stelde tijdens een kamerdebat dat ‘boodschappen online bestellen steeds meer gebeurt. “Daarom kun je niet bij voorbaat zeggen: distributiecentra willen we niet meer.”

Wat zeggen kenners over het standpunt van de Kamer?

Jan Fransoo, hoogleraar logistiek aan de Universiteit van Tilburg, vraagt zich af of de leden van de Tweede Kamer de volledige afweging wel overzien. “Het zou beter zijn als ze een beslissing zouden maken op basis van een volledige afweging dan nu een beslissing nemen op basis van de onderbuik.” Fransoo stelt dat er in de logistiek geen ´free lunch´ bestaat. “Minder vierkante meters voor distributiecentra betekent bijvoorbeeld ook meer vrachtwagenbewegingen en hogere kosten voor online aankopen. Uiteindelijk zal maatschappelijk deze afweging moeten worden gemaakt.” Retailspecialist en hoogleraar Bedrijfskunde Cor Molenaar zegt tegen Omroep Gelderland dat hij weinig begrip heeft voor het standpunt van de Tweede Kamer. “Het is echt een dom plan om een bouwstop in te stellen. De nieuwe dc’s die erbij komen liggen over het algemeen langs snelwegen. Vanwege de uitstoot van fijnstof wil je daar sowieso al geen woonwijk bouwen.” Volgens Molenaar heeft de grote toename van distributiecentra een duidelijke reden. “We zijn in Nederland bezig met een logistieke transitie. Dat houdt in dat we onze dc’s niet meer op een plek in het land centraliseren, maar juist decentraliseren naar de regio. Zo zijn we dichter bij de consument en hoeven we uiteindelijk minder vrachtwagens te laten rijden. Op die manier stoten we minder CO2 uit.”

Transport en Logistiek Nederland (TLN) zegt in een reactie verbaasd te zijn door de druk vanuit de Tweede Kamer terwijl gesprekken met het ministerie van Binnenlandse Zaken hierover nog plaatsvinden. “De gesprekken die lopen gaan juist over slim ruimtegebruik in Nederland.” TLN begrijpt de mening van de Kamer dat er moet worden gekeken naar het gebruiken van bestaande locaties, maar vindt het ‘onverstandig dat er een streep door nieuwe locaties gaat’. Logistiek vastgoed is immers van essentieel belang voor de efficiënte en duurzame bevoorrading van onze inwoners en bedrijven.

Evofenedex zegt op zijn beurt dat er een flink risico wordt gelopen als er een pauze wordt ingelast op de bouw van nieuwe grootschalige distributiecentra. “Deze panden zijn noodzakelijk om ook komende jaren burgers en bedrijven te bevoorraden. Wél is het noodzakelijk om slimmer om te gaan met ruimtegebruik en distributiecentra beter in te passen in de omgeving.”

Distributiecentrum

Wat is het antwoord van de logistiek vastgoedsector

Tim Beckmann, ceo van Intospace, laat zich al geruime tijd niet onbetuigd in de verdozingsdiscussie die nu in alle hevigheid weer is opgelaaid. Volgens Beckmann – die een verleden heeft bij logistiek dienstverlener Kuehne + Nagel – is de veronderstelling van veel kamerleden dat Nederland wordt volgebouwd met distributiecentra een onjuiste aanname en ontbreekt er een realistische cijfermatige onderbouwing. In een open brief onlangs op LinkedIn aan CDA-kamerlid Geurts zegt Beckmann onder andere dat dat distributiecentra in Nederland slecht 0,13 procent van de ruimte innemen en de landbouwsector, waarover met name Geurts zich zorgen maakt, een stuk meer: op 24 procent van het land staan koeien te grazen en op 18 procent wordt veevoer verbouwd. “Voor wonen gebruiken we 7 procent. Ruimte creëren door u te richten op de 0,13 procent die de logistieke sector gebruikt, zet niet heel veel zoden aan de dijk, schrijft Beckmann aan het kamerlid die hieraan toevoegt dat  75 procent van de dc’s in Nederland wordt gebruikt voor nationale distributie. En ook de resterende 25 procent van de dc’s vervult een hele nuttige functie: Export is namelijk  goed voor een derde van het bruto binnenlands product (bbp) in Nederland en 2,5 miljoen voltijd banen volgens het CBS. Van dit volume bestaat iets meer dan de helft uit wederuitvoer: omzet 260 miljard euro en een toegevoegde waarde van 45 miljard. “Toegevoegde waarde meet je in de keten (supply chain) en niet in een enkele schakel van de keten”, aldus Beckmann. 

Om zich te weren en een antwoord te bieden op het groei van het aantal distributiecentra heeft de logistiek vastgoedsector – mede op initiatief van diezelfde Bleckmann –  afgelopen week een belangenorganisatie opgericht. Met Dilas (Dutch Industrial & Logistics Association) willen de aangesloten logistiek vastgoedontwikkelaars Proptimize, 1530 Real Estate, Prologis en Intospace zich beter kunnen weren tegen de aanhoudende kritiek op de 'verdozing' van Nederland. Dilas wil een ander beeld schetsen en overheden beter informeren dat het verder ontwikkelen van logistiek vastgoed meerwaarde heeft voor de omgeving. Verder is het ruimtelijke beleid in Nederland volgens Dilas 'dringend aan verbetering toe'. 

Dilas-woorvoerder Tom Runhaar zegt dat de urgentie op dit moment groot is. “We merken dat bij overheden nog veel kennis ontbreekt over hoe productie- en supply chains daadwerkelijk functioneren en waar en hoe in deze ketens toegevoegde waarde wordt gecreëerd. Zonder deze kennis is het onmogelijk om verantwoorde keuzes te maken en ondersteunend beleid te vormen.”

Distributiecentrum

Wat gaat verantwoordelijk minister De Jonge doen?

Het is nog gissen in hoeverre De Jonge zich aantrekt van de druk vanuit de kamer om de bouw van distributiecentra aan banden te leggen. In februari liet de CDA-bewindsman in een reactie op een eerdere motie van Partij voor de Dieren, VVD en Bij1 aan de kamer weten dat hij een veel restrictiever landelijk beleid zou gaan voeren om de verdozing van het landschap door logistieke locaties tegen te gaan. Duidelijk is wel dat De Jonge hierin niet zover wil gaan als zijn partijgenoot Geurts. In de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) heeft De Jonge als doel wel beschreven dat een aaneenschakeling van grootschalige, eenvormige bebouwing, bijvoorbeeld voor opslag- en distributiecentra, langs (rijks)wegen moet worden voorkomen. Er moet volgens de minister ‘een actieve clustering van (grootschalige) logistieke functies langs de (inter)nationale corridors op logistieke knooppunten langs deze corridors plaatsvinden.’ De NOVI beoogt verder dat de ontwikkeling van logistiek vastgoed tot stand komt via ‘actieve clustering op logistieke knooppunten. In hoeverre hier daadwerkelijk beleid aan wordt gekoppeld en wat voor concrete gevolgen dit heeft voor de toekomstige bouw van nieuwe distributiecentra is nog altijd onduidelijk.

Minister De Jonge