Circulariteit en verdozing centraal

De Summit Logistieke Hotspots wordt traditioneel afgetrapt met een paneldiscussie rondom een actueel thema binnen het logistiek vastgoed. De deelnemers aan de discussie zijn dit jaar Hans Korbee (onafhankelijk expert circulaire bouweconomie), Joost van Gilse (Denc) en Mark van Onna (Bleckmann). Korbee, Van Gilse en Van Onna laten voorafgaand aan de vijfde editie van de Summit Logistieke Hotspots hun licht schijnen op de kansen en de uitdagingen bij de bouw van nieuwe (duurzame) distributiecentra op basis van circulaire bouwprincipes en hoe het nu verder moet met de verdozingscrisis. 
 

Hans Korbee: ‘Volop kansen voor circulair bouwen’

Ondanks dat er op dit moment veel kritiek is op distributiecentra, ze zijn te groot, er zijn er te veel en ze verpesten het landschap, ziet Hans Korbee volop kansen voor deze gebouwen op het gebied van circulariteit. “Distributiecentra waren heel lang het lelijke eendje. Er werd vanuit de overheid weinig aandacht aan besteed, er waren geen energieprestatie- of milieuprestatie-eisen voor. Dat is raar, want afgelopen jaar bestond 70 procent van het nieuwbouwvolume in de utiliteitsbouw uit bedrijfshallen. Mensen mopperen er ook op omdat ze zo groot en lelijk zijn. Maar ik vind dat je het om moet draaien. Juist vanwege die grootte en het aantal dat er gebouwd wordt, zijn er kansen voor circulair bouwen. Zo kun je goed duurzame energie opwekken om de milieukosten van zo’n gebouw naar nul te reduceren. Die enorme daken zijn bij uitstek geschikt voor zonnepanelen. Verder pleit ik ervoor om gevels grootschalig in te zetten als groene zone om de biodiversiteit te vergroten en het gebouw mooier in te passen in het landschap.”

Lees het volledige interview met Hans Korbee 

Joost van Gilse: ‘We moeten locaties beter benutten’

Een Kamermeerderheid dringt bij minister De Jonge aan op maatregelen om de bouw van nieuwe distributiecentra buiten bestaande bedrijventerrein een halt toe te roepen. Joost van Gilse (directeur bij multidisciplinair architecten- en ingenieursbureau Denc) stelt dat de discussie in Den Haag de ‘verkeerde kant opgaat’. “Zoals de discussie nu verloopt, kun je vaststellen dat veel Kamerleden echt geen benul hebben van het belang voor de logistiek voor ons land. Het besef dat de logistiek de bloedsomloop van de samenleving is, moet echt indalen bij beleidsmakers. Het raakt aan alle economische sectoren, dus die kun je niet zomaar stilzetten. Aan de andere kant vind ik de kritiek van ‘verdozing’ terecht omdat we met z’n allen jarenlang onvoldoende zorgvuldig logistiek vastgoed hebben gebouwd en ingepast. Daar moet zeker verandering in komen. Maar een bouwstop is geen oplossing. Volgens Van Gilse is de sector bezig met oplossingsrichtingen om – wat hij noemt – ‘toekomstbestendige distributiecentra en logistieke bedrijventerreinen te realiseren’. Ons doel – en die van de sector - is om meer toegevoegde waarde voor de omgeving te bieden en om negatieve effecten op het landschap en de maatschappij te vermijden. In dat kader benoemen we ook nadrukkelijk de duurzaamheid en circulariteit.”

Lees het volledige interview met Joost van Gilse

Mark van Onna: ‘Bewijzen aan de sector dat het kan’

De bouw van het eerste aantoonbare circulaire distributiecentrum op XL Businesspark in Almelo neemt Bleckmann samen met VDR Bouwgroep (de bouwer van het DC) een pioniersrol op zich. Een rol die, zo stelt Mark van Onna, best uitdagend is omdat er in de logistiek vastgoedmarkt nog maar amper partijen zijn die hiermee bezig zijn,  laat staan collega-logistiek dienstverleners die al tevreden zijn met een Breeam-label voor hun nieuwe distributiecentrum. Dat is niet meer voldoende omdat, zo stelt Van Onna, overheden over niet al te lange over niet al te lange termijn van bedrijven gaan eisen dat er alleen nog maar industriële gebouwen mogen worden gebouwd, op voorwaarde dat ze circulair zijn. “De markt zal hier – onder druk van de overheid - naar mijn mening uiteindelijk invulling aan moeten gaan geven. Wij hebben gezegd, laten we het nu al gaan doen. Dat betekent dat we een stukje voor het peloton uitfietsen en dus meer tegenwind hebben, maar dan trappen we wat harder vanuit de intrinsieke motivatie dat we dit gewoon willen gaan doen. Daar hoeven we geen standbeeld voor, maar het is een bewijs aan de markt en de sector dat het kan als je het maar wilt. Tegelijkertijd is het ook een uitnodiging: dit is wat we kunnen, maar laten we het met zijn allen vooral nóg beter maken.”

Lees het volledige interview met Mark van Onna