Zonnepanelen op distributiecentra als kans voor versnelde transitie naar elektrisch vrachtvervoer

Natuur & Milieu maakt zich al langer druk over de elektrificatie van het wegtransport. Een snelle transitie voorkomt veel CO2-uitstoot en helpt de klimaatdoelen te halen, maar er zijn obstakels. Eén van de grote obstakels op dit gebied is netcongestie. De combinatie van zonnepanelen op daken van distributiecentra en bedrijven en die stroom zelf te gebruiken voor een eigen oplaadstation voor elektrisch vrachtvervoer heeft grote potentie en kan een onderdeel zijn van de oplossing, blijkt uit nieuw onderzoek van Natuur & Milieu.

Het lokaal opwekken en gebruiken van zonne-energie kan het stroomnet voor een groot deel ontlasten, stelt Natuur & Milieu. “Het is echt niet dé oplossing van het probleem. We hebben in Nederland gewoon een hele grote uitdaging met netcapaciteit en de enorme extra vraag naar elektriciteit die de komende decennia verwacht wordt, maar dit kan absoluut wel een onderdeel zijn van de oplossing”, aldus Bert van Mourik, projectleider mobiliteit Natuur & Milieu

Figuur 2 Elektriciteitsbehoefte

Natuur & Milieu stelt voor dat distributiecentra, en overige openbare gebouwen, haar daken volleggen met zonnepanelen en vervolgens met die stroom op dat terrein de eigen elektrische voertuigen (ev’s) oplaad. Op dit moment gebruiken dc’s nog relatief weinig stroom, maar dat gaat in de toekomst wel veranderen. Uit onderzoek van ElaadNL blijkt dat de komende jaren tussen de 80 en 90 procent van de laadvraag van ev’s op depots en bedrijventerreinen zal plaatsvinden. Met panelen op de daken van alle distributiecentra, kan al in de helft van de stroombehoefte voor alle elektrische vrachtwagenkilometers in Nederland worden voorzien. 

Als daar de daken van openbare gebouwen zoals fabriekshallen, kantoren en agrarische bedrijven bij komen, biedt dat voldoende stroom voor de behoefte voor alle vrachtkilometers stelt de organisatie. Natuur & Milieu wil bedrijven bekend maken met de mogelijkheden en wijst lokale en landelijke overheden op de potentie op bedrijventerreinen om bij te dragen aan de opgave om meer duurzame energie in de regio’s op te wekken en tegelijkertijd het volle elektriciteitsnet te ontlasten, maar ook op de verantwoordelijkheid die ze zelf hierin hebben.

Bert van Mourik

Bert van Mourik, projectleider mobiliteit Natuur & Milieu

“We hebben een flinke transitie met elkaar te maken , dus ga nu die eerste stappen zetten om het voor elkaar te krijgen. Iedere locatie en ieder bedrijfsmodel is verschillend, dus zoek de juiste adviseurs. Er is, ondanks de problemen die er zijn, enorm veel mogelijk om toch stappen te kunnen zetten. Dus kom in actie!”

Tot actie oproepen

In de praktijk gebeurt het zelf opwekken en laden nog weinig.  Uit onderzoek van Over Morgen uit 2021, bleek dat er op twaalf procent van die gebouwen zonnepanelen liggen. Ondernemers voelen volgens Natuur & Milieu nog niet altijd de urgentie, kennen de regelingen niet of lopen in de praktijk tegen belemmeringen aan, zoals netcapaciteit en kosten. “We willen met dit onderzoek vervoerders, verladers, maar ook vastgoedeigenaren én lokale overheden oproepen tot actie”, aldus Bert van Mourik, projectleider mobiliteit Natuur & Milieu. “We hebben een flinke transitie met elkaar te maken , dus ga nu die eerste stappen zetten om het voor elkaar te krijgen. Iedere locatie en ieder bedrijfsmodel is verschillend, dus zoek de juiste adviseurs. Er is, ondanks de problemen die er zijn, enorm veel mogelijk om toch stappen te kunnen zetten. Dus kom in actie!”


Financieel aantrekkelijk en geen overvol stroomnet

De combinatie van het opwekken van stroom en het zelf te gebruiken is volgende organisatie vrijwel altijd haalbaar en maakt de overstap naar zero-emissie transport aantrekkelijk. Zelf opgewekte stroom is relatief goedkoop en er kunnen extra inkomsten worden verkregen dankzij het verkopen van Hernieuwbare Brandstof Eenheden (HBE)-credits.

EU-wetgeving verplicht lidstaten een groeiend aandeel hernieuwbare energie in vervoer te realiseren. In Nederland moeten brandstofbedrijven daarom een jaarlijks toenemend aandeel hernieuwbare energie leveren, oplopend van 17,9 procent in 2022 naar 28 procent in 2030. Deze verplichting geldt nu nog alleen voor brandstofleveringen aan het wegvervoer. Naast dat brandstofbedrijven zelf hernieuwbare energie leveren en inboeken, kunnen zij ook HBE’s kopen bij andere bedrijven die hernieuwbare energie inzetten in het wegtransport, maar zelf geen verplichting hebben.  Transportbedrijven kunnen dus, door zelf hernieuwbare energie op te wekken en te gebruiken in hun voertuigen, HBE’s verkopen. Afhankelijk van factoren kan dit 12 tot 49 euro per volgeladen vrachtwagen opleveren. 

De groene stroom kan dus deels 'verkocht' worden en het vraagt minder vergaande aanpassingen aan de netaansluiting als je stroomopwek- en gebruik combineert. Door een vol stroomnetwerk is het moeilijk om voor voldoende laadpunten bij specifieke distributiecentra voor elektrische vrachtwagens te zorgen. Het lokaal gebruik van de zonnestroom kan helpen om dit probleem te omzeilen.

Figuur 1 Duurzaam DC

België, Luxemburg, Oostenrijk, Litouwen en Spanje hebben de Europese Commissie gevraagd om zonnepanelen op de daken van openbare en andere geschikte gebouwen, supermarkten en fabrieken in de 27 lidstaten verplicht te stellen. Is dat de oplossing?

Van Mourik: “Dat is een onderdeel van de oplossing. Juist bij gebouwen waar het eigenaarschap niet bij de gebruiker ligt en vastgoedbedrijven dan toch een zetje nodig hebben om hun bedrijfsmodel te gaan veranderen, is het denk ik heel erg nuttig dat overheden een stok hebben om dat ook af te dwingen, dat het gaat gebeuren.”
 

“Overheden moeten echt de regierol spelen, dat bredere perspectief pakken en daar nu al op gaan inspelen. Wacht niet tot ondernemers er om gaan vragen, want dan ben je eigenlijk al te laat.”

Wat is de rol van de lokale overheden hierin?

“Ze hebben echt een hele grote rol. De vervoerders en de bedrijfseigenaren moeten wat gaan doen, maar ze moeten wel gefaciliteerd worden. Zeker op bedrijventerreinen moeten lokale overheden echt de regierol pakken om te kijken of er samenwerkingen kunnen ontstaan tussen verschillende bedrijven en dat op grote schaal aan elkaar gaan koppelen, in breder perspectief om echt in kaart te gaan brengen wat de energievraag wordt over vijf of tien jaar. Ze moeten dat bredere perspectief pakken en daar nu al op gaan inspelen; door bijvoorbeeld nu een grotere aansluiting aan te vragen en niet te wachten tot ondernemers er om gaan vragen want dan ben je eigenlijk al te laat, dan willen ze het vaak al zo snel mogelijk hebben.” 


Bedrijven worden dan een soort energiecentrales. Hoe moeten ze die stroom opslaan?

“Bedrijven kunnen de stroom opslaan in batterijen, maar je kunt het ook samen doen met andere bedrijven; dat je samen een batterij aanschaft of zorgt dat opwek en gebruik op elkaar afgestemd is. Wat ook mooi is dat je de energie weer kunt opslaan in de batterij van de vervoersmiddelen zelf. Zodat je die op andere momenten kunt gebruiken, op het moment dat je ze zelf niet gebruikt, dus dat je slim gaat laden. Op nieuwe bedrijventerreinen wordt er al naar gekeken om een soort mix erop te hebben die niet hun energievraag allemaal op hetzelfde moment hebben, dat kan ervoor zorgen dat je niet zo’n grote batterij nodig hebt.  Er wordt bijvoorbeeld op dit moment een bedrijventerrein in Badhoevedorp aangelegd door Summerset Capital. Zij proberen een hele duurzame campus te ontwikkelen waarbij ze zorgen voor veel opwek, batterijcapaciteit om de stroom op te slaan om periodes van weinig energie te overbruggen en ze willen zorgen voor een mix van ondernemingen waarbij de ene veel energie ‘s nachts veel energie verbruikt en de ander overdag, op verschillende tijdstippen, zodat de aansluiting van het hele bedrijventerrein uiteindelijk minder groot hoeft te zijn. Heel interessant concept om dat zo te doen.”

Samen werken lijkt toch wel een wat eng begrip in de logistiek, of niet?

“Het is ook lastig. Bedrijven hebben dat nog nooit hoeven doen. Zeker voor wat kleinere organisaties, die hebben daar helemaal niet de capaciteit voor. En het is voor veel organisaties ook nog een beetje een ver van hun bed show. Ze snappen dat de ontwikkelingen er zijn, maar ze kijken ook nog een beetje de kat uit de boom. En dat snap ik ook wel.  Bedrijven, maar ook vastgoedeigenaren, moeten ook hun hele bedrijfsvoering veranderen. Misschien moeten ze de energie-opwek die ze op het gebouw hebben, mee gaan verhuren op de een of ander manier, met leasecontracten of iets dergelijks. Daar is ondernemerschap voor nodig en dat kan een beetje doorlooptijd hebben.”

Honderd hectare zonnedak op panden Greenport Venlo

Hoe haalbaar is het om de daken vol te krijgen?

“Op de lange termijn denk ik dat het heel haalbaar is. Er wordt de komende decennia zoveel extra elektriciteit gevraagd, dus we moeten alle beschikbare ruimte die we hebben benutten. En zonne-energie is ook maatschappelijk gezien een heel erg aantrekkelijk alternatief, in plaats van windmolens en zonneweides. Het gaat uiteindelijk wel gewoon gebeuren, het is echt een kwestie van tijd denk ik. Alleen op de korte termijn zullen we de komende vijf tot tien jaar niet tot die 80 procent komen. 

Komen bedrijven er nog mee weg om panden te bouwen en huren zonder zonnepanelen?

“Bij nieuwe gebouwen komen ze er niet meer mee weg vind ik. We hebben zo’n maatschappelijke discussie over ruimte; waar de energievraag ligt, waar een nieuw bedrijventerrein moet komen en waar er ruimte is voor natuur. Je moet gewoon zoveel mogelijk combineren, dat enorme dakoppervlak moet je gebruiken. Er moet er echt een stevige reden zijn waarom het niet kan. En als er geen netcapaciteit is waar je wilt zitten; zorg dan dat die er komt. Ga op tijd in gesprek met de overheden om daarvoor te zorgen. Het is financieel aantrekkelijk voor logistiek ondernemers; je bespaart zoveel op de energiekosten als je zelf op werkt, je kunt subsidie krijgen, je kunt de stroom verkopen als HBE’s en je helpt het maatschappelijk probleem van netcongestie iets kleiner te maken. Daarmee is het wel echt een win - win. En je verbetert het milieu. Door in te zoomen op de problemen vergeet je bijna dat het is oorspronkelijk is ingestoken vanuit een oplossing voor het klimaatprobleem.”