VDL bouwt waterstoftruck om ervaring op te doen

Ambities om vrachtwagenfabrikant te worden zijn er niet bij VDL.
Maar de Nederlandse fabrikant van onder andere bussen kan het toch niet laten om speciaal voor en met Toyota Motor Europe te werken aan vijf omgebouwde DAF trucks met waterstoftechnologie van Toyota. Daar gaan eind dit jaar vier logistiek dienstverleners mee rijden en transporten uitvoeren in Europa voor de Japanse autofabrikant.
Hoe dat zit met die bijzondere ketensamenwerking vertelt Hans Beckkers, commercieel directeur van VDL Special Vehicles.

Het hele interview met hem is te lezen op www.logistiek.nl

Hans Bekkers, VDL

Waar komt dit idee vandaan? Ervaring opdoen met waterstoftechnologie

Donor voertuig werkplaats VDL“VDL Special Vehicles heeft al langere tijd contact met Toyota, omdat ze allebei behoefte hebben om de waterstofeconomie een boost te geven. We hebben voor het Europees subsidieproject H2Haul twee waterstoftrucks gebouwd met vergelijkbare specificaties als die we nu voor Toyota bouwen. Die vrachtwagens waren Toyota opgevallen en zodoende zijn ze met de vraag bij ons gekomen of wij interesse hadden om een truck met een Toyota fuel cell te bouwen en dat zijn we gaan doen. Het project zit op dit moment in de productiefase: productie en verloopt volgens plan. Die ervaring hebben wij voor het einde van het jaar onder de knie. Daarna wordt het heel interessant om te zien hoe de trucks zich houden. Wat is de betrouwbaarheid, en tegen welke zaken lopen we nog aan? We praten over een product, dat relatief vroeg in zijn levenscyclus staat, dus we gaan kinderziektes tegenkomen en daar moeten we gewoon goed mee omgaan. Voor ons is het primaire doel van het project om meer kennis en ervaring op te doen met waterstoftechnologie, die wij vervolgens ook op andere gebieden kunnen inzetten.”

Hoe ziet het er zo meteen uit? Verschillende routes rijden voor fabriek en dc’s

“Vijf splinternieuwe gliders (chassis zonder aandrijflijn maar met cabine – red) van DAF, zullen in de productiefaciliteit in Eindhoven met behulp van brandstofceltechnologie van Toyota Motor Europe (TME) opgebouwd gaan worden tot volwaardige waterstoftrucks. Daarna is het de bedoeling, dat de trucks gaan rijden in Nederland, België, Duitsland en Frankrijk. Ze rijden routes van en naar de haven van Rotterdam, de haven van Zeebrugge, de Toyota-fabriek in Valenciennes in het noorden van Frankrijk, het onderdelendistributiecentrum in Diest (B) en het onderdelendistributiecentrum in de buurt van Keulen. We kiezen voor deze routes, omdat als zich een technisch probleem voordoet we snel kunnen handelen. Er nog maar heel weinig reparatie- en onderhoudspunten, die deze techniek beheersen. De partners hebben daarom afgesproken bij het project te kiezen voor een beperkt aantal vrachtwagens in een beperkt geografisch gebied. Binnen het gebied hebben we gekozen voor meerdere routes, zodat niet alle trucks dezelfde route gaan rijden en je daardoor erg vergelijkbare resultaten krijgt.”

CEVA-Logistics-Toyota-HFC-Truck

Toyota Vos truck

Wat is de rol van de vervoerders? Aantonen dat dagelijkse inzet haalbaar is 

Vier van de bestaande vervoerders voor Toyota zijn voor dit project benaderd. Logistiek dienstverleners Ceva Logistics, Vos Transport Group, Yusen Logistics en Groupe CAT maken onderdeel uit van de praktijktest van de truck en hebben een door VDL aangepaste truck aangeschaft. Daarnaast maken we nog een vijfde truck gebouwd die Toyota zelf gaat inzetten, voor demonstratie en showdoeleinden. De vier trucks worden wel exclusief voor het transport van Toyota ingezet. Met dit project willen we aan de buitenwereld demonstreren dat de technologie van waterstof, en de waterstoftruck zelf, in een zelfde soort omgeving kan worden ingezet als een diesel truck. Die stap proberen we samen te zetten.  Daarom zoeken we in dit soort situaties altijd naar een coalition-of-the-willing. Welke partners zijn bereid om bij te dragen? Op basis daarvan heeft de logistieke afdeling van TME de definitieve selectie gemaakt. Deze bedrijven zijn zich erg bewust van het feit, dat er iets moet gebeuren en dus ze hebben ze zelf ook volop motivatie om in dit project in te stappen en ervaring op te doen.”