Onderzoeker Merten: Nefs: Wees zuinig op havengebieden, schrap Havenstad!

'Ik ben zelf voorstander van het verdichten van steden'

Onderzoeker Merten Nefs: 'Wees zuinig op havengebieden, schrap Havenstad!’

Benut vooral de bestaande logistieke hotspots voor vestiging van nieuwe grootschalige logistiek. En bescherm havengebieden tegen woningbouw, want die zijn hard nodig voor de circulaire economie. ‘Havenstad moet van tafel.’ Dat stelt Merten Nefs, ruimtelijk onderzoeker en planner aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

De plannen voor Havenstad, de gefaseerde bouw van honderdduizend woningen vooral in het westelijk havengebied van Amsterdam, zijn gelukkig nog niet helemaal rond, licht hij toe. “Maar de kans is behoorlijk groot dat de plannen doorgaan. Ik vind dat ze van tafel moeten. We moeten juist heel zuinig zijn op dergelijke bedrijventerreinen met hun bijzondere infrastructuur voor bulktransport en hoge milieucategorie. Als we de ambities voor de omschakeling naar een circulaire economie in 2050 willen waarmaken dan hebben we die havengebieden keihard nodig. Bijvoorbeeld voor waterstofproductie en opslag, windmolenassemblage, schrootverwerking en andere reststromen.”

Waar moeten al die mensen dan wonen? “Dat is een ander vraagstuk“, werpt Nefs tegen. ‘Niet dáár in ieder geval! Maar ik ben zelf voorstander van het verdichten van steden, bouw de hoogte in, vooral stationsgebieden zijn daar zeer voor geschikt.”

Functiemenging

Nefs is zeker geen tegenstander van functiemenging. Integendeel, maar volgens hem zijn bedrijventerreinen met hoge milieucategorie daar niet voor geschikt en vooral ook veel te schaars. “Beleid moet zich voor die categorie richten op behoud, voorkomen van menging met wonen en hier en daar waar nodig een uitbreiding”, aldus Nefs.

Op andere bedrijfsterreinen ziet hij wel mogelijkheden voor functiemenging met wonen. “Dan denk ik vooral aan de combinatie van stadsdistributie en woningen. Daarvoor zijn al diverse initiatieven. Bijvoorbeeld door projectontwikkelaar Intospace en zelfopslagbedrijf Allsafe. Probleem is alleen dat bestemmingsplannen voor bedrijventerreinen meestal slechts een functie toestaan. Op het vlak van wet- en regelgeving zal er dus nog veel moeten gebeuren."

 

Het westelijk havengebied van Amsterdam moet niet opgeofferd worden voor woningen.

”Het westelijk havengebied van Amsterdam moet niet opgeofferd worden voor woningen”, aldus Merten Nefs.

Nefs is sinds enkele maanden als onderzoeker verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en werkt sinds 2019 aan zijn promotieonderzoek Landscapes of Trade aan de TU Delft. Voor zijn overstap naar de Erasmus Universiteit  was deze architect-stedenbouwkundige tien jaar verbonden aan de Vereniging Deltametropool, en als zodanig intensief betroken bij het ruimtelijk onderzoek ‘Grip op grootschalige bedrijfsvestigingen’, dat in het voorjaar werd gepubliceerd. 

Havengebieden passen in de categorie ‘materiaal en energie’ in het schema dat door Vereniging Delametropool is uitgewerkt door het ‘containerbegrip’ logistiek op te delen in vier typen gebieden of clusters. Het onderzoek van BURA Urbanism, dat gelijktijdig werd gepubliceerd, hoe deze categorieën het best kunnen worden ingepast in het landschap.

Naast ‘materiaal en energie’ gaat het om (re)manufacturing, (inter)nationale logistiek en stadsdistributie. ‘Elk van de vier heeft een eigen rol in de economie en levert andere kansen en uitdagingen op in een gebiedsontwikkeling’, betoogde Nefs al eerder in een blog voor Logistiek. Hoe deze typen gebieden verder vorm gaan krijgen in het beleid is eerst aan de provincies, die nu druk bezig zijn met het uitwerken van ruimtelijke puzzels (NOVEX).

Maakindustrie in binnenstad

Functiemenging van bijvoorbeeld mkb-maakindustrie en allerlei vormen van dienstverlening in de binnensteden is volgens hem gemakkelijker te realiseren omdat de bestemmingsplannen voor die gebieden vaak meerdere functies kennen. “Ik vind het sowieso helemaal geen slechte ontwikkeling dat winkels verdwijnen uit binnensteden omdat mensen nu eenmaal liever via internet bestellen. Onze binnensteden zijn als het ware tot een groot winkelcentrum verworden. Leegstaande winkels kunnen uitstekend getransformeerd worden tot woningen of bedrijfsruimte voor kleine maakindustrie of vormen van dienstverlening.”

'Het kan nog wel tot het eind van dit jaar duren voor er een eenduidig verhaal ligt'

Verdozing

De Grip werkgroep, waarbij ongeveer 50 mensen betrokken zijn, gecoördineerd door ministerie BZK, bereidt met provincies, gemeenten, logistieke sector (waaronder de Logistieke Alliantie) en ministeries EZK en IenW ruimtelijk-economisch beleid voor. Dat gaat niet alleen over wat we niet willen, ‘verdozing’ bijvoorbeeld, maar ook over wat we dan wel willen.

Daarmee rijst meteen de hamvraag: wanneer komt eindelijk duidelijkheid voor verladers, logistiek dienstverleners, projectontwikkelaars en beleggers waar  wel en niet ruimte is en blijft in voor uitbreiding na jaren van toenemende restricties voor de grootschalige logistiek?

“Goede vraag!”, antwoordt Nefs prompt. “Het kan nog wel tot het eind van dit jaar duren voor er een eenduidig verhaal ligt. Maar het proces kan ook nog best vertraging oplopen, omdat de formatie in veel provincies moeizaam verloopt. In vrijwel alle provincies is de BBB de grootste partij geworden. Die partij hecht groot belang aan het behoud van landbouwgrond en is tegen verdere verdozing. In de tussentijd zijn individuele provincies al aan de slag gegaan met soms restrictief beleid. Maar op het terrein van de ruimtelijke ordening zijn sowieso heel veel gevoeligheden, vooral in de relatie tussen het Rijk en de provincies.”


>> Lees het volledige artikel op Logistiek.nl