Overheid geeft zetje in
de rug met data delen

Tien procent van de mkb bedrijven in de logistieke ketens is wat we tegenwoordig ‘digital ready’ zijn gaan noemen. Dat is fnuikend vindt het ministerie van I&W voor de noodzakelijke digitaliseringsslag.
Projectmanager Sjoerd Boot staat aan het roer, namens het ministerie, om iedereen mee te krijgen in de digitale transportstrategie. In een paar
statements is dit zijn visie op wat er moet gebeuren.

1. Haast maken met BDI – Basis Data Infrastructuur

Sjoerd-Boot min I&W

Waar gaat het om? Er moet een soort digitale stekkerdoos komen, waarop iedere schakel in de keten kan aansluiten om data te delen. Die stekkerdoos heet BDI. Maar dat valt nog niet mee, want volgens Boot ‘verstaan’ de verschillende modaliteiten elkaar niet, gezien de eigen standaarden en systemen. Hij zegt: “Nog altijd gaan er tassen vol met papier van de vrachtauto mee de trein in. Daar moet nu echt een eind aan komen.” Dat kan alleen als alle schakels echt ‘digital ready’ zijn. Binnen vijf jaar moet niet tien procent maar vijftig procent van de mkb bedrijven papierloos kunnen werken.
Lees het hele interview met Sjoerd Boot op Logistiek.nl

Laptop

2. Hoe gaat het ministerie dit doen?

Om tractie te krijgen is een stimuleringsprogramma opgetuigd met de naam DIL (Data Infrastructuur Logistiek). Vanuit het Nationaal Groeifonds van de Rijksoverheid is in totaal 51,1 miljoen euro voor DIL beschikbaar gesteld, waarvan zo'n 22 miljoen bestemd zal zijn voor het verhogen van de digitale volwassenheid van het bedrijfsleven. Van dat geld is onder meer de website Logistiek Digitaal gerealiseerd, waar op dit moment nog niet zoveel te zien is, maar wat al wel als loket kan functioneren voor mkb-ers die mee willen doen. Om te beginnen door online een test te doorlopen om de digitale skills in kaart te brengen.

3. Aan de slag met digitalisering in living labs

Oké. Test doorlopen, wat is nu het vervolg? De bedoeling is dat met de komst van een BDI alle partijen in de logistieke keten in staat zijn om efficiënt samen te werken. In ‘Living labs’, een soort proeftuinen, gaan Nederlandse bedrijven aan de slag met de uitwerking in de praktijk. Daarnaast is er (financiële) ruimte om een één-op-één advies te krijgen van een adviseur die de sector kent en weet wat je als bedrijf moet doen om ‘digital ready’ te worden. En er komen Digiwerkplaatsen in de regio, waar studenten, docenten en experts klaar staan een oplossing op maat te bedenken. Kwestie van uitvoeren en zo een begin maken met de stap die ieder bedrijf vroeg of laat toch moet gaan zetten: de digitale transitie. “We moeten nu echt een tandje bijzetten”, meent Boot.

4. Want we zijn hier al veel te lang mee bezig

Ja, meent het ministerie van I&W en heeft daarom nu zelf de regie in handen genomen. Want op eigen houtje ziet de sector – ondanks de vele initiatieven – geen kans om de doelen snel dichterbij te halen. Ook al is er al wel het een en ander gerealiseerd. Onder meer in de tijd van het NLIP (Neutraal Logistiek Informatie Platform), een voorloper van het BDI/DIL programma, dat een stille dood is gestorven. Wat daaruit wel is overgenomen zijn de volgens Boot nog altijd kansrijke initiatieven zoals iShare en OTM. Boot wijst ook op Portbase en Cargonaut. “Die investeringen zijn vooral gedaan aan de aanbodkant, dus de technologie. Nu gaat het om de vraagkant, de toepassing ook bij bedrijven tot 250 medewerkers waar we met DIL en de website Logistiek Digitaal ons vooral op richten. We gaan zeker niet nieuwe dingen verzinnen ter vervanging van wat er al is.”

5. Digitalisering is iets voor grote bedrijven toch?

Daar wil Boot niet aan, althans niet meer. “Het is zeker niet onbewust geweest, dat we eerst in gesprek zijn gegaan met grote platformen in de haven bijvoorbeeld. Daar komen enorme goederenstromen langs en zij laten een gigantische bak met data achter, waarvan we weten dat die data verderop in de keten heel nuttig gebruikt kan worden, ook op lokaal niveau bij overslagterminals en vervoerders. Maar met DIL gaan we juist de bewustwording bij het mkb aanwakkeren en hen van de benodigde tools voorzien.”
Dat moet dan nog wel blijken, want vooralsnog zijn het vooral de grote organisaties die (ook dit keer) de kar moeten trekken. De uitvoering van alle plannen ligt bij het Havenbedrijf Rotterdam, Havenbedrijf Amsterdam, Schiphol, Evofenedex, TLN en douane. Connekt treedt op als programmabureau en coördineert de uitvoering.