Ron Frazer, VolkerWessels Materieel & Logistiek:

‘Zomaar naar de bouwplaats rijden kan
echt niet meer’

Bouwlogistiek in grote steden kan een stuk duurzamer en efficiënter met de inzet van een bouwhub, is de overtuiging van Ron Frazer, directeur VolkerWessels Materieel & Logistiek (VWML). Frazer is al jaren een vurig pleitbezorger van een landelijk netwerk van duurzame white label bouwhubs. “We staan voor een enorme bouwopgave in steden en als dit hub-concept niet schaalbaar is dan gaat het niet vliegen.”

VolkerWessels nam afgelopen maart zijn vierde bouwhub in Nederland in gebruik. Deze hub is gevestigd op bedrijventerrein De Hurk in Eindhoven - lees hier meer daarover. Niet zonder reden want de Lichtstad staat – net als veel andere grote steden - de komende twintig jaar voor een enorme bouwopgave met 21 nieuwbouwprojecten die zich onder andere concentreren in het gebied rondom treinstation Strijp-S. Frazer zegt hierover: “Bouwlogistiek gezien wordt dit een enorme opgave waarbij veel aannemers zijn betrokken die bijvoorbeeld allemaal gebruik moeten maken van bijvoorbeeld één bouwweg. Dat gegeven deed alle betrokkenen - onder aanvoering van de gemeente Eindhoven - beseffen dat op deze manier alles vastloopt als iedereen daar straks tegelijk aan de slag gaat. We zijn toen met alle betrokkenen in gesprek gegaan en dat heeft - na toch wel een lange aanloopperiode - geresulteerd in de bouwhub hier.”
De hub is gevestigd op het terrein van KWS, dat ook onderdeel is van het VolkerWessels concern. “We hebben bij aanvang gezegd dat we in eerste instantie gebruik gaan maken van een klein stukje van het terrein. We beginnen klein, maar we kunnen uitbreiden. Dat moet uiteindelijk gebeuren, vooral ook gezien de regelgeving die eraan zit te komen want Eindhoven gaat zo langzamerhand op slot.”

Efficiëntere organisatie bouwlogistiek

Volgens Frazer betekent dit dat de traditionele manier van bouwen, waarbij iedereen op eigen gelegenheid de binnenstad in rijdt, eindig is. “Dat is vandaag nog niet het geval, maar naar de toekomst toe is het een feit dat de meeste woningen en gebouwen in binnensteden worden gebouwd. Wij moeten als VolkerWessels dan ook heel goed nadenken of het traditionele manier van bouwen, waarbij we alle benodigde bouwmaterialen traditioneel naar de bouwplaats toe laten komen, nog wel houdbaar is. Ongecoördineerd naar de bouwplaats rijden dat kan niet meer als in 2025 de zero-emissiezones van kracht worden. Dat vooruitzicht heeft ons doen besluiten om voor de komende jaren alvast een model te ontwikkelen voor een efficiëntere en duurzamere organisatie van onze bouwlogistiek.”

Ron Frazer

Bouwhub

Keuze voor Mc Donald’s model

Dat model stoelt op een stadsdistributiehub principe dat VWML al een aantal jaren toepast in Utrecht, Rotterdam, Amsterdam en Groningen en sinds maart van dit jaar ook in Eindhoven. Frazer legt uit dat de opzet van al die Bouwhubs volgens een en hetzelfde principe verloopt: een bouwloods aan de rand van het centrum van een stad.
“We noemen het ook wel het ‘Mc Donald’s model’. Dat is ook eigenlijk precies wat we nastreven. Een bouwhub slaagt pas bij een gestandaardiseerde aanpak die, vanwege economische redenen, ook schaalbaar moet zijn. Als dat laatste niet mogelijk is dan gaat het niet vliegen.”

Hoe ga je te werk bij de opzet van een bouwhub?

“Het eerste wat we doen bij een project, is het gebouw vertalen naar het aantal ruimtes en die vertalen we weer naar het aantal dagproductiepakketten die uiteindelijk nodig zijn voor de afbouw. Afhankelijk van de grootte van de ruimte wordt een dagproductiepakket groter of kleiner, maar in feite blijft zo’n pakket in bepaalde disciplines hetzelfde. Denk daarbij onder meer aan een pakket voor het sanitair, de keuken of voor installatie werkzaamheden. Met die dagproductiepakketten aanpak onderscheiden we ons van andere aannemers die zelf ook werken volgens het bouwhub principe. Wij moduleren al zodat we de hele afbouw kunnen doen. Als aannemers binnen het VolkerWessels-concern gebruik maken van een van onze Hubs dan worden we van meet af aan betrokken bij het bouwproject. In de afbouwfase zeggen we tegen leveranciers rij maar niet meer de binnenstad in, maar kom je spullen hier bij de bouwhub afleveren. Onze mensen maken er dan ter plekke slimme, gestandaardiseerde pakketten van. Deze pakketten worden neergezet in de ruimte waar de werkzaamheden plaatsvinden.”

Waarin zit het onderscheidende vermogen?

“Onze toegevoegde waarde zit in het maken van die slimme, gestandaardiseerde pakketten omdat bij grootschalige bouwprojecten een razendsnelle doorlooptijd een must is. Dagproductiepakketten gaan zodra ze klaar zijn, hier de volgende dag al gecombineerd met andere pakketten in de last mile – in het geval van Eindhoven - naar de bouwplaats van Strijp-S. Dat zorgt ervoor dat een onderaannemer gelijk de beschikking heeft over zijn pakket, in zijn appartement en direct aan de slag kan. Economisch gezien wordt een bouwhub aantoonbaar interessant door minder vrachtbewegingen, wachturen en een verhoging van de arbeidsproductiviteit op de bouwplaats. Ook verloopt de afbouwtijd sneller omdat dit proces dankzij de hub ‘in elkaar wordt gedrukt’ omdat een bouwer veel meer grip krijgt op de planning. Belangrijk vooral ook omdat we naar toekomst zien dat arbeidskrachten steeds schaarser worden. Het voordeel van deze aanpak is bovendien dat je onderaannemers veel eenvoudiger projectoverschrijdend kunt inzetten. Je kunt tegen een onderaannemer zeggen: je bent nu bezig met dit project, maar het volgende hebben we ook al klaar staan voor je. Dit heeft als grote voordeel dat we onderaannemers veel beter kunnen binden aan de bouw.”

Klinkt plausibel, maar werkt het ook in Eindhoven?

“We zijn als eerste hier begonnen met een project van Huybrechts Relou in samenwerking met bouwmaterialengroothandel Raab Karcher. Ook gaan we de hub inzetten bij twee grote bouwprojecten van Stam en De Koning. Daarnaast hebben we een project in Eindhoven in voorbereiding met Bouwbedrijf Wessels Zeist. Het begint nu te lopen en de urgentie wordt steeds meer onderkend. Heel belangrijk voor ons is dat we de afbouw modulair maken en dat we samen met aannemers kunnen aantonen dat deze bouwhub niet alleen duurzamer, maar ook efficiënter is en dat we faalkosten kunnen reduceren.”

Zijn daar al resultaten van voor de bouwhub Eindhoven?

Vanuit de Topsector Logistiek gaan we met Stam en De Koning op het project toren Niko meten wat de logistieke impact is wanneer materialen vanuit de bouwhub geleverd worden. Toren Niko is een woontoren van 109 meter hoog en is daarmee gelijk ook het hoogste gebouw van Eindhoven, met in totaal 333 appartementen. Voor de afbouw van deze toren gaan we ook modulaire bouwpakketten samenstellen, waarbij we de standaardisatie aanpak kunnen toepassen.”

 

Ron Frazer

“Het hele concept van de bouwhub gaat over ketensamenwerking”

Ron Frazer

Wat is daar – en ook bij ander metingen – uitgekomen?

“Door lading slim te bundelen op de bouwhub kunnen we – zo blijkt uit onderzoek van TNO - een verhoging van de beladingsgraad realiseren van 40 naar 90 procent. Daardoor zijn bijna 70 procent minder voertuigbewegingen nodig en besparen we een uur en 21 minuten per rit. Door het bundelen van ritten hebben we als VolkerWessels de uitstoot van zowel CO2 als stikstof kunnen verlagen met 68 procent. Dit past in onze doelstelling dat we in 2030 CO2-neutraal willen zijn. Ook zagen we bovendien de arbeidsproductiviteit door een efficiëntere bouwlogistiek met 39 procent stijgen, waardoor - zoals gezegd – de hub ook voor het personeelstekort een deel van de oplossing is. Ook zijn we in staat geweest om het algemene aannemersmaterieel voor andere projecten in te zetten. Hiermee kunnen we verspilling in de bouwsector minimaliseren. Wat we geleerd hebben door te zoeken naar modulaire oplossingen, ook een schaalbare oplossing gecreëerd hebben. Dat is cruciaal voor de haalbaarheid van een dergelijk concept.”

Hoe belangrijk is daarbinnen ketensamenwerking?

“Het hele concept van de bouwhub gaat over ketensamenwerking: Het gaat over de afstemming van de werkzaamheden tussen de verschillende ketenpartijen om op een zo efficiënt mogelijke wijze te bouwen.”

Bouwhub

Bouwhub

Is het uiteindelijke doel een regionaal hubnetwerk?

“We streven naar een landelijk netwerk van bouwhubs aan de randen van steden, waar we opereren volgens het eerder genoemde Mc Donald’s-model. Binnen die doelstelling hebben we de afgelopen jaren ook deelconcepten ontwikkeld zoals een talent-, grondstoffen en mobiliteitshub. Ook geven we mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt een kans op een baan in de hub. Zij kunnen reststromen verwerken tot hoogwaardige producten. Hierbij geven wij ook een steeds betere invulling in circulariteit en faciliteren wij steeds vaker het parkeren omdat het onmogelijk wordt, dan wel in de toekomst verboden gaat worden om op of in de in directe nabijheid van binnenstedelijke bouwplaatsen te parkeren.”

“We streven naar een landelijk netwerk van bouwhubs, waar we opereren volgens het Mc Donald’s-Model”

Is de bouwsector daar zelf wel klaar voor? 

“Binnen de sector wordt over het algemeen enthousiast gereageerd op ons concept. We worden steeds vaker actief benaderd door steden, provincies en ministeries, omdat ook zij voor een grote bouwopgave staan. Maar gelukkig zijn er ook steeds meer bouwers – denk aan bijvoorbeeld een Dura Vermeer - die gebruik willen maken van ons concept. Zij willen nu al beginnen en niet wachten totdat de stad dicht is want dan ben je te laat. We zijn niet ver verwijderd van 2025 en je moet daarbij ook rekening houden dat een gemiddeld bouwproject een doorlooptijd van twee jaar heeft.”

Waar liggen nog nieuwe kansen?

“Er dienen in Nederland binnenstedelijk de komende jaren veel woningen gerenoveerd te worden.  Onlangs hebben we in Utrecht met De Bonth van Hulten een groot renovatieproject succesvol uitgevoerd. Tijdens dit project heeft de aannemer de warme opname in de woning gedaan, de prefabricatie en opslag heeft plaatsgevonden op onze bouwhub in Utrecht. De op maat gemaakte elementen werden elektrisch de binnenstad in vervoerd en deze elementen hoefden door de aannemer enkel nog maar afgemonteerd te worden. Dat zorgde ervoor dat de overlast door de levering van bouwmaterialen beperkt bleef. Ook kregen we geen klachten van bewoners en omwonenden.”