Zero Hunger Lab past data science toe
Fleuren begon vijf jaar geleden samen met medeoprichter Perry Heijne (voorheen TNT Express) het Zero Hunger Lab als wetenschappelijk instituut van de universiteit. Doel: laten zien hoe data science een middel kan zijn om de honger in de wereld te bestrijden. Al jarenlang houdt hij zich bezig met hongerbestrijding. Dat begon in de tijd dat Peter Bakker, destijds ceo van TNT, nauw optrok met WFP om vanuit de logistieke discipline mee te werken aan de internationale hulpverlening. Veel TNT-ers raakten er onder zijn leiding bij betrokken, waardoor Perry Heijne, verantwoordelijk voor Corporate Social Responsibility. Er kwam een uitwisselingsprogramma tot stand, mensen van TNT sloten aan bij het maken van plannen en voelden zich enorm gemotiveerd om bij te dragen aan een groot maatschappelijk probleem.
Fleuren: “Bakker haalde mij erbij als adviseur vanuit de wetenschap om na te denken over het verbeteren van hulpprogramma’s van het WFP. Dat maakte het voor mij bijzonder interessant, omdat ik via Bakker direct toegang kreeg tot op het hoogste niveau in organisaties. Ook bij het Wereldvoedselprogramma. Dat was overigens waar ze vroegen wat ik als data scientist eigenlijk kwam doen. Ze hadden in die tijd niemand op dit gebied. Wel veel logistici, maar geen mensen die de data analyseerden en daar wat mee deden.”
Gezond, lokaal geproduceerd voedsel aanleveren
Terugkijkend op vijf jaar Zero Hunger Lab zijn er volgens hem zowel binnen als buiten de logistiek goede initiatieven ontstaan om de hele supply chain te verbeteren. Hij noemt een softwaretool waarmee het WFP in staat is om overheden te informeren over nutritiele verbeteringen, dus wat hebben mensen (kinderen ook vooral) nodig aan voedsel, niet alleen aan calorieën maar ook aan eiwitten en mineralen om een gezonde maaltijd te kunnen maken. “Dat is best een ingewikkelde optimalisatieslag, want het moet dus om voedzaam eten gaan met diverse ingrediënten, maar ook betaalbaar en dus lokaal beschikbaar. En het liefst ook nog met een lage CO2 footprint.”
Ketenverstoring is voor NGO's dagelijkse praktijk
NGO’s en de VN, waar het WFP onder valt, kunnen nog veel leren van logistieke bedrijven. Fleuren wijst op de toepassing van informatietechnologie, het opzetten van een warehousestrategie, van transportplanning, tracking and tracing van zendingen. “Ze zeggen vaak: we willen het geld direct inzetten om hulp te verlenen. Maar met een paar data specialisten en goede algoritmes kun je de processen veel efficiënter maken en juist meer hulp bieden met minder geld.”
En logistici? Kunnen die ook leren van NGO’s? Fleuren vindt van wel. “Ik ben heel erg onder de indruk van de flexibiliteit die de organisaties aan de dag leggen. Hoe snel ze grote volumes aan hulpgoederen bij elkaar weten te krijgen. Hoe ze dat soms toch naar een hele andere bestemming moeten brengen, omdat mensen op de vlucht zijn geslagen. Daar hebben ze allerlei systemen en procedures voor in werking. Logistieke bedrijven in de westerse wereld raken meteen van slag als er grote verstoringen komen. Voor NGO’s is dat de dagelijkse praktijk.”
Jaarlijkse Ad van Goor Lezing in Amersfoort
Eind oktober is de jaarlijkse Ad van Goor Lezing in de Sint Joris Kerk in Amersfoort; daar waar de in 2020 overleden emeritus hoogleraar Van Goor graag kwam. Voor de vierde keer is de lezing en opnieuw zal een voormalig collega van Van Goor het (s)preekgestoelte bestijgen. Na Sander de Leeuw, Jan Fransoo en Jos van Hillegersberg is het dit keer de beurt aan Hein Fleuren.