Familiebedrijven met 'oranje hart' melden zich massaal bij Defensie 

Nederland bereidt zich achter de schermen voor op een nieuw tijdperk van geopolitieke spanning. Defensie zoekt de versterking niet alleen binnen de kazerne, maar juist daarbuiten: bij de Nederlandse logistieke sector. In een uniek ecosysteem bundelt het leger zijn krachten met logistieke bedrijven die willen bijdragen aan de veiligheid van Europa. 'Wie meedoet, moet weten waar hij instapt'.

Dat zegt generaal Henny Bouman, adviseur logistiek Commandant der Strijdkrachten, in een interview met Logistiek.nl.

Generaal Henny Bouman, adviseur logistiek Commandant der Strijdkrachten

Steeds vaker vliegen Chinooks over en duiken militaire colonnes op de snelweg op. Het is een teken dat Nederland zich serieus voorbereidt op een veranderende wereld. ‘We zijn inmiddels een stapje verder op de kalender. Poetin is het Westen, de NAVO, aan het testen. Dat is wel duidelijk’, stelt generaal Bouman. ‘We moeten ons zorgen maken, maar geen paniek veroorzaken. Zorgen vertaal ik liever naar: zorgen dat we voorbereid zijn.’

Logistieke slagkracht

Terwijl de geopolitieke spanningen in Europa toenemen, zoekt de Nederlandse defensie naar manieren om haar logistieke slagkracht drastisch te vergroten. In een tijdperk waar technologische ontwikkelingen zoals drones het slagveld razendsnel veranderen, blijft een robuuste en flexibele logistieke keten cruciaal.

Deze voorbereiding is een vorm van afschrikking, licht de generaal toe. Door te oefenen en te laten zien dat Nederland en de NAVO klaar zijn voor een conflict, beïnvloed je de tegenstander. ‘Als je de tanden laat zien, heeft dat een functie. Het is hetzelfde als een hond die gromt’, legt Bouman uit. Om dit te realiseren, zoekt Defensie nu – middels aanbestedingen - een diepgaande samenwerking met de civiele transportsector in de vorm van een ‘logistiek ecosysteem’. 

Defensieproductie bij VDL in Born van start

Bij VDL in Born is de productie van militair materieel officieel begonnen. In de Zuid-Limburgse fabriek worden onder meer onbemande voertuigen van Milrem Robotics, batterijen voor defensietoepassingen van Tulip Tech en drones van DeltaQuad gebouwd.

Binnen enkele maanden zijn de eerste productielijnen operationeel – een uitzonderlijk snelle start voor defensieproductie. Defensie huurt 120.000 m² aan hallen en faciliteiten bij VDL, waar ook oud-medewerkers weer aan de slag kunnen. Volgens Brekelmans is het project cruciaal 'om Oekraïne te blijven steunen en Rusland af te schrikken'. De nieuwe productie vergroot de strategische autonomie van Nederland en Europa, versterkt de defensie-industrie en levert banen op in Limburg.

Garanties boven prijs

Defensie start binnen twee maanden de eerste aanbestedingen, met als doel om medio 2026 de eerste contracten met logistiek dienstverleners voor transport, op- en overslag en dienstverlening, te sluiten. De aanbestedingen worden verdeeld in ‘pakketjes’ – zoals diepladervervoer, containervervoer, munitievervoer – zodat de uitvoering overzichtelijk blijft. ‘Over een jaar of anderhalf moet het systeem echt staan.’ Het belangrijkste selectiecriterium is helder: gegarandeerde capaciteit. ‘Prijs is een factor, maar niet doorslaggevend’, zegt Bouman. ‘Wij hebben concrete aantallen nodig: zo’n vierhonderd tot vijfhonderd diepladers en mogelijk tot achthonderd containertransporten per dag.’

Om dat te realiseren verwacht Defensie met circa veertig bedrijven te werken, zo’n 4/5 per aanbesteding. Grotere partijen krijgen daarbij de voorkeur, om training en samenwerking werkbaar te houden.

Strategisch partnerschap

De generaal benadrukt dat het ecosysteem geen vorm van uitbesteding is. ‘Ik noem het bewust geen uitbesteden, maar strategische samenwerking’, zegt Bouman. Civiele partners nemen transporttaken op zich in relatief veilige gebieden - bijvoorbeeld munitievervoer tot aan de Duits-Poolse grens - zodat militaire eenheden zich kunnen richten op risicovollere zones.
‘Dat is geen contractje voor vervoer van A naar B. Je vraagt bedrijven om deel te nemen aan inzet tijdens een conflict. Dat vraagt om vertrouwen én overtuiging.’

Die samenwerking is volgens Bouman pure noodzaak. De huidige logistieke organisatie van Defensie is ingericht op missies, zoals gevechts- en trainingsmissies in Afghanistan en Irak. ‘Maar bij een grootschalig conflict met een hoog geweldspectrum praat je over enorme verbruiken in korte tijd. Dan moet je je capaciteit razendsnel kunnen opschalen.’

De ideale partner: intrinsieke motivatie en vertrouwen

Defensie zoekt geen opportunisten, maar bedrijven met een intrinsieke motivatie. ‘Als het je alleen te doen is om commercieel een contract binnen te halen, dan moet je het niet doen’, zegt Bouman. ‘Wij zoeken bedrijven die echt willen bijdragen aan de resilience van Europa.’

‘Ze deden het niet omdat het moest, maar omdat ze het wílden. En dat is de houding die we zoeken’

Juist bij Nederlandse familiebedrijven leeft dat gevoel sterk, merkt hij. ‘Het zijn vaak de puur Hollandse bedrijven die zeggen: we moeten iets doen voor de veiligheid van Europa en Nederland.’ Een bekend voorbeeld is een logistiek dienstverlener uit Groot-Ammers, dat de wrakstukken van de MH17 ophaalde in een gevaarlijk gebied. ‘Dat deden ze niet omdat het moest, maar omdat ze het wílden. En dat is precies de houding die we zoeken.’

Weet waar je aan begint

Toch is deelname niet zonder risico, benadrukt Bouman. ‘Bedrijven moeten goed weten waar ze instappen’, zegt hij. ‘Het zijn transporten in relatief veilige gebieden — maar honderd procent veiligheid bestaat niet.’ Daarom waarschuwt hij geïnteresseerde ondernemers om bewust te kiezen. ‘Ik zeg altijd: denk er goed over na. Als je dit doet, doe het dan met volle overtuiging. En als je dat doet, ben je van harte welkom.’

Tegelijkertijd neemt Defensie verantwoordelijkheid voor de veiligheid van civiele partners. ‘Wij zetten hen alleen in waar het verantwoord is’, zegt Bouman. ‘Als de situatie verandert, trekken we ze direct terug. Relatieve veiligheid is een afspraak waar wij zorgvuldig naar handelen.’

Rapport waarschuwt voor kwetsbaar spoor

Het Nederlandse spoornet is te kwetsbaar voor sabotage en cyberaanvallen, blijkt uit een adviesrapport van oud-staatssecretaris Christophe van der Maat. Het rapport stelt dat het spoorsysteem jarenlang vooral is ingericht op efficiëntie en stiptheid, maar te weinig op veiligheid en terugvalopties. Een gerichte verstoring kan daardoor grote impact hebben, zoals bleek bij de brand in kabels bij Schiphol.

Door digitalisering is het spoor efficiënter, maar ook kwetsbaarder geworden. Van der Maat waarschuwt: 'Afwachten vergroot de kwetsbaarheid en beperkt de opties.' Bovendien is de capaciteit te beperkt om aan toekomstige NAVO-verplichtingen te voldoen; militair transport kan het reguliere treinverkeer nu al ontregelen.

Het advies roept op tot snelle actie en forse investeringen  - volgens Van der Maat is er minstens 600 miljoen euro nodig - om het spoor weerbaarder te maken tegen sabotage, storingen en digitale dreigingen.

Multimodaal vervoer in beeld

Hoewel de eerste focus ligt op wegtransport, kijkt Defensie nadrukkelijk breder. ‘We onderzoeken ook spoor en binnenvaart als aanvullende modaliteiten’, zegt Bouman. Tijdens oefeningen wordt daarom al geëxperimenteerd met militaire transporten per trein, in overleg met ProRail en DB Cargo.

Het beladen van treinen vraagt specifieke kennis en planning, zeker omdat goederenvervoer het personenvervoer kan beïnvloeden. ‘Vervoer over het spoor of via binnenwateren kan in sommige scenario’s grote volumes sneller en veiliger verplaatsen. Maar wie alles tegelijk wil doen, doet niets’, aldus Bouman. ‘Dus eerst richten we ons op de weg, maar multimodaal is de volgende stap.’

Gezonde businesscase en garantiefonds

Deelnemende bedrijven stappen in een langdurig partnerschap van zeven jaar. Daarmee biedt Defensie stabiliteit en zekerheid. De inzet in relatief veilige gebieden brengt echter risico’s met zich mee, die normaal gesproken niet verzekerd zijn. Bouman wil dat geregeld hebben vóór de aanbesteding start en daarom is er ook wat vertraging opgelopen. ‘Als er schade optreedt, kunnen verzekeraars de molestclausule inroepen. Daarom werken we met het Ministerie van Financiën aan een garantiefonds waarbij de staat garant staat voor schade. Dat moet eerst goed zijn geregeld. Zorgvuldigheid gaat boven snelheid.’ Een ander principe is dat bedrijven ook in vredestijd meedoen aan oefeningen. De verdeelsleutel daarvoor is gekoppeld aan de hoeveelheid capaciteit die een bedrijf beschikbaar stelt.

Goed voor het personeelsbestand

Volgens Bouman biedt het ecosysteem ook kansen voor de bedrijven zelf, juist in de krappe arbeidsmarkt. ‘Ik merk dat jonge chauffeurs dit werk spannend vinden’, zegt hij. ‘Het is een vorm van maatschappelijke betrokkenheid, een avontuur bijna. Ze doen iets wat ertoe doet.’
Veel chauffeurs die eerder bij Defensie dienden, melden zich bovendien graag aan bij bedrijven die meedoen, heeft Bouman gemerkt. ‘Voor bedrijven kan dit dus ook een manier zijn om zich te onderscheiden en personeel aan zich te binden. Het geeft trots en zingeving, en dat telt tegenwoordig net zo zwaar als loon.’

Belangrijk detail: de krijgsmacht is wel op zoek naar Nederlandse chauffeurs. Ook weer om die capaciteit zo gegarandeerd mogelijk te houden. Chauffeurs uit Oost-Europa zouden bijvoorbeeld in geval van conflict mogelijk massaal terug naar hun thuisland kunnen gaan.

Generaal Henny Bouman, adviseur logistiek Commandant der Strijdkrachten

Samen besturen in een uniek model

Om het partnerschap kracht bij te zetten richt Defensie ook een governance board op, waarin zowel militaire leiders als ceo’s van deelnemende bedrijven plaatsnemen. ‘De besturing van het ecosysteem doen we samen’, zegt Bouman. ‘Dat maakt het volwassen. Geen lege huls, maar echte strategische samenwerking.’

Nederland is daarmee het eerste land in Europa dat zo’n model invoert. ‘Duitsland kijkt al wel met belangstelling mee’, vertelt Bouman, verwijzend naar een recent bezoek aan onze oosterburen. ‘Wij Nederlanders zijn creatief en pragmatisch – dat zit in ons DNA.’
Hij verwijst ook naar Zuid-Korea, waar al jaren een vergelijkbare en succesvolle samenwerking bestaat tussen leger en bedrijfsleven. ‘De aanleiding is dezelfde: een gevoel van urgentie en gedeelde verantwoordelijkheid.’

Reservisten als brug tussen leger en bedrijfsleven

Een belangrijk onderdeel van het ecosysteem is de rol van reservisten, burgers die parttime in dienst zijn bij Defensie. Bedrijven die deelnemen worden aangemoedigd om reservisten in hun organisatie op te nemen. ‘We verplichten dat niet, maar we hopen dat het groeit’, zegt Bouman. ‘Als medewerkers ervaring opdoen bij Defensie, nemen ze dat mee terug het bedrijf in. Zo versterken we elkaar.’
Volgens Bouman ontstaat zo een duurzame kruisbestuiving tussen militaire kennis en civiele praktijk. ‘Het maakt bedrijven wendbaarder en helpt ons om sneller op te schalen als het echt nodig is.’

Leren, innoveren en samen sterker

Het ecosysteem is volgens Bouman meer dan een logistiek antwoord op dreiging. Het is ook een manier om samen te leren en innoveren. ‘De civiele wereld loopt vaak voorop in technologie. Die kennis hebben wij nodig. En omgekeerd kunnen bedrijven van ons leren hoe je planmatig en duurzaam opereert.’

‘Je kunt in deze tijd geen grote voorraden meer op één plek opslaan. Je moet blijven bewegen’

Ook de oorlog in Oekraïne biedt lessen. ‘Je kunt in deze tijd, met de huidige technologie, geen grote voorraden meer passief op één plek opslaan. Je moet blijven bewegen. De tijd tussen detectie en aanval is nog maar zeer kort, in plaats van de vroegere één dag. Daar moeten we ons op voorbereiden.’

Een nieuwe manier van denken

Het logistiek ecosysteem vraagt niet alleen wat van transportbedrijven, maar ook van Defensie zelf. ‘Het vergt een cultuurverandering’, erkent Bouman. ‘Onze logistieke eenheden hebben voldoende capaciteit voor oefeningen, maar we kiezen er bewust voor om civiele partners te gebruiken. Alleen zo kun je straks écht samenwerken als het erop aankomt.’

De urgentie in het land – en logistieke bedrijfsleven - is duidelijk voelbaar, besluit de generaal. ‘Iedereen ziet wat er in Europa gebeurt. De sense of urgency is er. En dan moet je met elkaar een steentje bijdragen. Want praten is niet genoeg. Je moet doen.’