Terugblik op 2024 – was er sprake van een doorbraak?
Wat heeft in het afgelopen jaar de sector bezig gehouden? Jaarlijks vraagt Logistiek.nl aan een groot aantal experts om terug te blikken en de vraag te beantwoorden of ze een doorbraak hadden verwacht (en gezien) in hun vakgebied, of ze vinden dat er op z’n minst vooruitgang is geboekt. Hun visie hierop vatten ze kort samen in een blog, waarvan de eersten inmiddels zijn geplaatst op www.logistiek.nl
Voorzichtige trend duurzaamheidsambities
“In 2024 stond CO2-reductie zonder twijfel bovenaan de duurzaamheidsagenda. Toch zien we langzaam andere onderwerpen naar voren komen, zoals luchtvervuiling, circulariteit van materialen, en sociale duurzaamheid. Deze bredere benadering wordt mede gestimuleerd door de CSRD, die bedrijven verplicht om hun impact op al deze gebieden te rapporteren.” Emma Kallen (FactorDelta) ziet dat vooral voor kleinere ondernemingen deze CSRD-eisen ervaren als een uitdaging. “Hier ligt een zorgpunt. Terwijl grote spelers de middelen hebben om te investeren in data, tools en rapportages, dreigen kleine bedrijven kopje onder te gaan in een zee van nieuwe verplichtingen.” Maar ze ziet ook een positief effect. “Bedrijven worden gedwongen om beter inzicht te krijgen in hun emissies en processen, wat weer leidt tot verdere digitalisering. Dit alles kan op zijn beurt de samenwerking binnen de sector versterken en bijdragen aan bredere verduurzaming.”
“De afgelopen jaren hebben robots magazijnoperaties ingrijpend veranderd. Vrijwel alle traditionele leveranciers van interntransportmaterieel bieden inmiddels ook robotoplossingen aan, voornamelijk Autonomous Mobile Robots (AMR’s).” René de Koster (Erasmus Universiteit) concludeert dat sommige oplossingen slecht zijn afgestemd op menselijke behoeften, waardoor werknemers eentonige, repetitieve taken moeten uitvoeren. “In dergelijke gevallen wordt de mens vaak gereduceerd tot het sluitstuk van het proces, terwijl de mens juist het uitgangspunt zou moeten zijn. Werknemers moeten inspraak hebben in het proces, en het systeem moet voldoende variatie bieden om verveling te voorkomen. Robots moeten ondersteunend zijn aan de mens, niet andersom.” De Koster noemt drie basisbehoeften waar elk systeem aan zou moeten voldoen.
“De rol van logistiek in de wereldwijde hongerbestrijding is cruciaal, vooral als we kijken naar verspilling binnen de voedselketen. Als logistiek specialist denk je na over de gehele keten en kijk je niet alleen naar de vraag, namelijk dat er nog steeds veel mensen gevoed moeten worden, maar ook naar het aanbod en de tussenschakels.” Hein Fleuren (Tilburg University en Zero Hunger Lab) wijst naar verspilling. Zo'n 40 procent van het voedsel wordt verspild, zowel in huishoudens als in de productieketen. “Volgens schattingen kan de wereldbevolking groeien tot bijna 11 miljard mensen. Als we de verspilling met ongeveer 20 procent kunnen verminderen, zou het huidige productievolume genoeg zijn om iedereen te voeden.” Volgens Fleuren moet verder lokale voedselproductie worden gestimuleerd. “Door meer lokaal te produceren, kunnen transportafstanden aanzienlijk worden verkort. Uit een recente studie blijkt dat we, door op lokaal niveau evenveel te importeren en exporteren binnen voedselcategorieën, ongeveer 60 procent van de transportkilometers kunnen besparen.”
“Dit jaar stond natuurlijk in het teken van de AI-hype, de CO2-reductie opgave en de geopolitieke onrust in de wereld. Maar bij mij overheerste dit jaar het groeiende bewustzijn van een wellicht nog grotere uitdaging in de logistiek, de logistieke opgave van de transitie naar een circulaire economie.” Gerwin Zomer (BISCI, Maastricht University) legt uit aan de hand van een voorbeeld uit de chemie (Chemelot), wat het betekent als fossiele brandstoffen plaats moeten maken voor suikers en waterstof als energiebron. “Waar komen de nieuwe suikerfabrieken? Gaan we voor dit doel rietsuiker importeren uit Brazilië of India? En als we zwaar inzetten op suiker als feedstock, kunnen we die suikers dan niet beter vloeibaar transporteren via buisleidingen? Want het moge duidelijk zijn dat de weg-, spoor- en binnenvaartinfrastructuur dergelijke volumes in de verste verte niet aankunnen.”