Automatisering en robotisering zijn niet langer nice-to-have, maar essentieel om toekomstbestendig te blijven, benadrukt René Wolters, verantwoordelijk voor Knapp Benelux. Er zijn volgens hem veel zogenaamde ‘one trick pony’s’ in de markt, partijen die uit strategisch oogpunt bewust inzetten op één type oplossing. De van oorsprong Oostenrijkse leverancier Knapp zoekt bewust de breedte op, zowel bot-based als shuttle systemen. 'Dat is nodig, want de wereld van robotisering ontwikkelt zich razendsnel', merkt Wolters.
De afgelopen jaren introduceerde Knapp meerdere nieuwe systemen. De opvallendste is een bot-systeem dat in dezelfde categorie valt als Exotec of cube-based-oplossingen, zoals Autostore. Volgens Wolters is dat geen toeval. ‘Je ziet duidelijk een trend naar bot-based-systemen. Daar zie je de markt naartoe bewegen. Maar tegelijkertijd blijven we ook doorontwikkelen op shuttle-technologie. Voor grote projecten met tienduizenden orderregels per dag blijft dat noodzakelijk. Dat gaat simpelweg niet met bots.'
De shuttle blijft een belangrijke pijler. Innovaties richten zich op capaciteit, hoogte en toepassing: shuttles zijn nu ook al inzetbaar in diepvriesomgevingen en reiken tot wel 27 meter hoog. Daarnaast winnen piece picking robots terrein. Waar robots voorheen vooral bakken heen en weer verplaatsten, kunnen ze nu individuele items oppakken en nauwkeurig neerleggen. Dankzij slimme grijpers en visiontechnologie is de bandbreedte aan producten sterk toegenomen. Wolters noemt een voorbeeld uit de food e-commerce. ‘We hebben een klant waar de robot artikelen in individuele papieren zakken in een krat legt. Vijf jaar geleden was dat technisch ondenkbaar. Nu kan het wel.’
Nederland als koploper
Niet ieder land beweegt even snel mee met de robotiseringstrend. Nederland loopt volgens Wolters duidelijk voorop. ‘Nederland is een vakvolwassen markt. Veel innovaties die wij als eerste verkopen en implementeren, landen hier. Dat komt door de hogere arbeidskosten, maar ook door de beschikbaarheid van personeel. Bedrijven zijn eraan gewend om in automatisering te investeren.’ In Oost-Europa is dat anders. Daar zijn arbeidskosten aanzienlijk lager en speelt de urgentie minder. Toch is ook daar de beweging richting automatisering onomkeerbaar.
Een ander opvallend verschil met vroeger is het type klant. Waar Knapp tien jaar geleden nauwelijks met logistiek dienstverleners sprak, komt tegenwoordig de helft van de aanvragen uit die hoek. LDV’ers ontwikkelen multi-client warehouses waarin flexibiliteit en schaalbaarheid cruciaal zijn. ‘Vaak trekken verlader en logistiek dienstverlener samen op,’ zegt Wolters. ‘Ze hebben een contract voor zeven jaar en willen de operatie gezamenlijk automatiseren. Botsystemen zijn modulair en daardoor makkelijk uit te breiden, ideaal voor dit soort situaties.’